Perspectieven op de doodswens van ouderen die niet ernstig ziek zijn (afgerond)
- Start: 2019
- Status: afgerond, gepresenteerd op 30 januari 2020
De Universiteit voor Humanistiek en het Julius Centrum van het UMCU hebben in 2019 samen onderzoek gedaan naar de doodswens bij ouderen die niet ernstig ziek zijn, in het kader van de discussie over ‘voltooid leven’. Deze specifieke doodswens is onderzocht vanuit zowel het perspectief van mensen zelf, als vanuit het medisch perspectief van huisartsen. Onder grote media aandacht is het onderzoek gepresenteerd op 30 januari 2020.
Beschrijving
In het onderzoek zijn ruim 20.000 burgers van 55 jaar en ouder gevraagd een vragenlijst in te vullen. Daarnaast heeft er diepgravend kwalitatief onderzoek plaats gevonden. Ook is er vragenlijstonderzoek verricht onder huisartsen.
Projectleider van het onderzoek is dr. Els van Wijngaarden, universitair hoofddocent en onderzoeker van de Universiteit voor Humanistiek. Zij deed eerder kwalitatief onderzoek naar de ervaringswereld van ouderen die hun leven als voltooid beschouwen. Dit nieuwe onderzoek bouwt hierop voort. Het onderzoek vindt plaats in opdracht van het ministerie van VWS en wordt gefinancierd door ZonMw. Het thema hulp bij zelfdoding in geval van ‘voltooid leven’ is al jaren onderwerp van maatschappelijk debat.
In 2016 heeft de Commissie Schnabel zich gebogen over de vraag hoe de Euthanasiewet zich verhoudt tot hulp bij zelfdoding bij mensen die hun leven voltooid achten. De commissie stelde dat de huidige wetgeving in veel gevallen ruimte biedt voor hulp bij zelfdoding. Ook een stapeling van ouderdomsklachten kan namelijk een medische grondslag zijn voor euthanasie. Het kabinet heeft onderzoek laten uitvoeren naar de omvang en omstandigheden van de groep mensen voor wie de huidige wetgeving geen ruimte lijkt te bieden voor hulp bij een zelfgekozen levenseinde.
Belangrijke onderzoeksvragen zijn: hoe vaak komt het voor dat relatief gezonde mensen van 55+ geen levensperspectief meer ervaren en als gevolg daarvan een sterke doodswens hebben? Welke existentiële, sociale en medische factoren en omstandigheden spelen een rol? In hoeverre biedt de huidige euthanasiewet voor deze mensen een mogelijkheid, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een forse stapeling van ouderdomsklachten? En wat zijn overeenkomsten en verschillen tussen mensen die wel en mensen die geen doodswens hebben?
Resultaten
De resultaten zijn 30 januari 2020 gepresenteerd in het rapport Perspectieven op de doodswens bij voltooid leven: de mens en de cijfers, dat is aangeboden aan minister Hugo de Jonge.
- Download PERSPECTIEF rapport
- Download infographics PERSPECTIEF onderzoek
- Download printversie PERSPECTIEF rapport
Onderzoekers
- dr. Els van Wijngaarden (UvH), projectleider
- dr. Ghislaine van Thiel (UMCU)
- dr. Alfred Sachs (UMCU)
- prof. dr. Carlo Leget (UvH)
- dr. Cuno Uiterwaal (UMCU)
- drs. Iris Hartog (UvH)
- drs. Vera van den Berg (UvH)
- drs. Margot Zomers (UMCU)
Partners
In dit project werkte de Universiteit voor Humanistiek samen met het Julius Centrum van het UMCU. Projectleider Els van Wijngaarden van de Universiteit voor Humanistiek vertelde bij aanvang van het project: “Wij vormen een sterk, multidisciplinair team van medische en geesteswetenschappelijke onderzoekers. Samen gaan wij deze specifieke doodswens onderzoeken vanuit zowel het perspectief van mensen zelf, als vanuit het medisch perspectief van huisartsen. "
(Mede)financiering
Het onderzoek vond plaats in opdracht van het ministerie van VWS en werd gefinancierd door ZonMw.
Zie ook
Resultaten PERSPECTIEF-onderzoek naar ouderen met een doodswens (nieuwsbericht 30 januari 2020)
Selectie van eerste media -aandacht van het Perspectief onderzoek (februari 2020)
Bekijk ook de projectpagina en Veelgestelde vragen op de site van ZonMw.
Contact
dr. Els van Wijngaarden, e.vanwijngaarden@uvh.nl.
De Universiteit voor Humanistiek en het Julius Centrum van het UMCU hebben in 2019 samen onderzoek gedaan naar de doodswens bij ouderen die niet ernstig ziek zijn, in het kader van de discussie over ‘voltooid leven’.