Parallelsessie 3: Ruimte, lichamelijkheid en levensbeschouwing
- Sessie 1 - Jorien Holsappel: Ruimte voor ritueel in publieke instellingen
Ritueel wint terrein in de publieke ruimte. Letterlijk – met de opkomst en toename van plekken voor ritueel, zoals stiltecentra of monumenten. Maar het gaat niet alleen om een ‘verplaatsing’ van rituelen naar andere plekken. Er ontstaat ook echt een andere dynamiek, waarin steeds nieuwe verbindingen gemaakt worden tussen handelingen, actoren, symbolen, verhalen en plekken. Wat vraagt dat van geestelijk verzorgers? Welke dilemma’s levert het op? Jorien Holsappel belicht dit thema vanuit haar promotieonderzoek (2006-2010) naar Stiltecentra in Nederland en vanuit haar expertise op het gebied van herdenken na rampen.
Jorien Holsappel (1983) werkt bij Impact, het kennis- en adviescentrum psychosociale zorg na rampen, onder andere rond herdenken na rampen en de rol van geestelijk verzorgers na rampen. Zij promoveerde in 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschrift Ruimte voor stilte. Stiltecentra in Nederland als speelveld van traditie en vernieuwing.
- Sessie 2 - Dr. Elpine de Boer (Leiden University Centre for the Study of Religion) : Met wie kan ik praten over persoonlijke ervaringen die existentiële vragen oproepen? Bevindingen uit een empirisch onderzoek onder mensen met uittredingservaringen (n>400)
Uit meta-studies is bekend dat veel mensen er behoefte aan hebben om te praten over zingevingskwesties, ook in een medische context. Aan de andere kant zijn mensen er huiverig voor om te praten met een geestelijke verzorger, bijvoorbeeld omdat ze bang zijn dat hen een levensbeschouwing wordt opgedrongen die ze niet delen. Het is mogelijk dat hierdoor behoeften aan geestelijke verzorging onzichtbaar blijven.
Dit onderwerp wil ik bespreken aan de hand van een empirisch onderzoek uitgevoerd onder mensen die een uittredingservaring hebben gehad (n > 400). Dit is een interessante groep mensen om te bestuderen omdat de aard van de ervaring (out-of-body experience) existentiële vragen kan oproepen, bijvoorbeeld over het bestaan van een ziel los van het fysieke lichaam. Meer concreet zal ik ingaan op de volgende vragen:
- Welke levensbeschouwelijke achtergrond hebben mensen die een reguliere (medische, psychische) zorgverlener, geestelijk verzorger of alternatieve zorgverlener bezochten ?
- Welke redenen worden gegeven om wel of juist niet ervaringen te delen met (alternatieve) zorgverleners ?
- Zijn eigen veronderstelde ‘oorzaken’ van de uittreding (medisch, spiritueel, trauma) gerelateerd aan behoeften aan geestelijke verzorging en alternatieve zorg?
In de discussie ga ik in op de behoefte aan het bespreken van existentiële vragen in de zorg in onze huidige pluriforme samenleving maar ook op mogelijke drempels om zorgverleners (regulier, alternatief, geestelijk) te benaderen.
- Sessie 3 - Willem Marie Speelman (Franciscaans Studiecentrum)& Ellen Oosting (Ziekenhuis Gelderse Vallei, Afdeling Fysiotherapie): Personal meaning in de fysiotherapeutische praktijk: Een case report met een narratieve analyse
Gezondheidszorg is tegenwoordig meer gericht op het functioneren van de patiënt in zijn dagelijks leven. In dat functioneren speelt spiritualiteit, of met een meer omvattende term ‘personal meaning’, een belangrijke rol. Personal meaning wordt doorgaans beschreven vanuit kwantitatief onderzoek met behulp van vragenlijsten. Maar personal meaning is niet zozeer ‘iets’ dat een individu tot zijn beschikking heeft om in te zetten bij zijn ziekte. Personal meaning is een proces en het vermogen dit proces te voltrekken. Zo is een spiritueel competent persoon in meer of mindere mate in staat zijn gebrekkige gezondheid betekenis te geven in zijn leven. Bovendien is personal meaning nooit een proces van een geïsoleerd individu, maar spelen relaties met andere personen en instanties een rol; denk aan de mantelzorger, de therapeut, het gezondheidsinstituut en het religieuze instituut. Tenslotte speelt in dit proces van personal meaning het hele persoon-zijn van de betrokkenen mee: het lijdende lichaam zowel als de psychische gesteldheid, het dagelijks leven zowel als het zelfbeeld. In dit licht stellen wij een kwalitatieve onderzoeksmethode voor, meer bepaald een narratieve om de rol van personal meaning in de zorgpraktijk te onderzoeken. En omdat het persoonlijke verhaal uitdrukking is van het complexe proces dat resulteert in personal meaning zijn de verhalen van verschillende betrokkenen in het zorgproces de bron van ons onderzoek. Uit de verhalen blijkt dat de betrokkenen hun eigen rol nog moeten zoeken, dat zij naar eigen waarden op zoek zijn, en door verschillende motiverende en duidende krachten gestuurd worden.