'Wanneer ben je eigenlijk een zorgethicus?'
Na diverse omzwervingen rondde Kim Henkels de Lange in 2011 als zij-instromer de hbo-opleiding verpleegkunde af en werkte daarna als (IC-)verpleegkundige in een Amsterdams ziekenhuis. Na een aantal jaar besloot ze opnieuw de studiebanken in te gaan. In de zomer van 2024 studeerde Kim af op een masterscriptie waarin ze onderzoekt wat zorgethiek kenmerkt en wat het betekent om een beoefenaar in de zorgethiek te zijn.
‘Vanaf het begin van de studie ben ik gegrepen door het gedachtegoed van de denkers die we behandelden: Joan Tronto, Carol Gilligan, María Lugones, Maurice Hamington, Margaret Walker en vele anderen. Ik besloot voor mijn scriptie daarom onderzoek te doen naar zorgethiek en haar beoefenaren. Wat kenmerkt zorgethiek? Wanneer ben je een zorgethicus?
‘Tijdens mijn studie had ik het voorrecht Joan Tronto te ontmoeten bij een etentje. Ik vroeg haar of zij zichzelf zorgethicus zou noemen en ze antwoordde ontkennend. Dat verwarde me omdat haar werk een zeer prominente plek inneemt in de studie; als zij zich al geen zorgethicus noemt, wanneer ben je dan wel een zorgethicus? Ook vroeg ik mij af hoe ik me als afgestudeerde zorgethica kan blijven ontwikkelen in het zorgethisch gedachtegoed en vooral hoe ik het gesprek over zorgethiek buiten de academische muren kan voeren. Want dat is iets dat me ook verbaast: hoe kan het dat zorgethiek, een ethiek die zo waardevol is voor het nadenken over hoe we goed met elkaar kunnen leven, in mijn beleving toch vrij onbekend is buiten de academische muren?’
Het cognitieve niveau overstijgen
‘Ik wilde met mijn thesis aansluiten bij 'de voortdurende discussie over de status en aard van zorgethiek', zoals het in de vakliteratuur heet. Tegelijkertijd was het mijn streven om de thesis zo toegankelijk mogelijk te maken, ook voor mensen buiten de academische gemeenschap. Ik koos daarom voor een evocatief auto-etnografisch onderzoek. Dit is een hele mond vol, maar komt erop neer dat je als onderzoeker je eigen ervaringen gebruikt om culturele overtuigingen, waarden, praktijken en identiteiten te beschrijven en eventueel te bekritiseren. Hierbij streef je als onderzoeker naar een relatie met de lezer door verhalen op een boeiende manier te representeren waarbij je allerlei genres kunt gebruiken zoals toneelteksten, dialogen of gedichten.
‘Meestal richten academische teksten zich alleen op het cognitieve niveau van de lezer, maar evocatieve auto-etnografen willen dit niveau overstijgen en in dialoog met de lezer optrekken. Dit sloot perfect aan bij mijn wens om belangrijke zorgethische waarden zoals relationaliteit, kwetsbaarheid, meerstemmigheid en verantwoordelijkheid niet alleen te beschrijven, maar ze echt tot leven te brengen, ze te ervaren en te laten ervaren. Vanuit academisch perspectief bevat mijn scriptie dus vrij experimentele teksten, zoals dialogen met mijn man en een toneeltekst waarin ik mensen die ik heb geïnterviewd en denkers die ik heb geraadpleegd, als personage aan het woord laat. Mijn thesisbegeleider zei op een gegeven moment dat ik aan 'een gedurfd project' werkte. Gelukkig stond ze helemaal achter mijn project waardoor ik veel heb kunnen leren, bijvoorbeeld dat wetenschap zoveel meer is dan conclusies trekken uit harde cijfers; dat er zoveel meer vormen van kennis bestaan.
‘Om invulling te kunnen geven aan de auto-etnografie, deed ik onder andere literatuuronderzoek naar zorgethiek en identiteit. Daarnaast voerde ik gesprekken met zowel (oud-)studenten als docenten uit de vakgroep Zorgethiek van de UvH. Ik ging op studiereis naar New Jersey om mijn thesisbegeleider Merel Visse te bezoeken op Drew University, haar tweede werkplaats, en volgde daar als gaststudent enkele colleges. Ook hield ik een reisdagboek en een onderzoeklogboek bij en liet ik 'buitenstaanders’, zoals mijn partner en mijn vader, meelezen tijdens het schrijven van mijn scriptie ter bevordering van de toegankelijkheid.’
Onderzoek als het antwoord zelf
‘Als verpleegkundige leerde ik alleen over kwantitatief onderzoek. Dat werd tijdens de studie aan de UvH al uitgebreid met twee verschillende vormen van kwalitatief onderzoek: het fenomenologisch onderzoek en de case study. Tijdens mijn thesis ontdekte ik ook nog veel meer vormen van kwalitatief onderzoek zoals de auto-etnografie, art-based research en de apofatische [ontkennende – red.] benadering. Dit was zo’n bevrijdende ontdekking! Dat er academische werelden zijn waar ruimte is voor creativiteit en waar je kunt meanderen rondom de vraag die je hebt in plaats van via een doelgerichte en dichtgetimmerde methodiek tot een antwoord te komen. Tijdens het onderzoek voelde ik me soms als een snorkelaar onder water waar alles stil is en waar je met vertraagde bewegingen om je heen kijkt. Het leverde mij het inzicht op dat een onderzoek niet alleen naar een antwoord leidt, maar ook het antwoord kan zijn.’
Versterk het relationele web
‘De aanbevelingen van mijn onderzoek richten zich op de vakgroep Zorgethiek van de UvH, (oud-) studenten en geïnteresseerden in (zorg)ethiek: creëer communities of practices waarin niet alleen ruimte is voor het ontwikkelen van cognitieve kennis maar ook ruimte voor kennis die je opdoet door dingen met elkaar te doen. Denk aan leren observeren via musea-bezoeken, onderwijs in gespreksvoering zodat je als architect niet alleen morele ruimtes kunt ontwerpen maar hierin ook kunt bemiddelen, het bespreken van zorgethische thema’s tijdens wandelingen, diner pensants, filmvertoningen en leesclubs. Versterk het relationele web van en voor zorgethici en geïnteresseerden in (zorg)ethiek.
‘Dat de studie Zorgethiek en Beleid en mijn scriptie een meerwaarde hebben voor mijn leven, staat buiten kijf. Hoe die op mijn loopbaan aansluiten, is op dit moment een spannende vraag. Tijdens de studie ben ik gestopt met mijn werk als IC-verpleegkundige. Mijn loopbaan ondergaat op dit moment een metamorfose, waarvan ik nog niet weet hoe het eindresultaat eruit zal zien. Het zal zeker zorggerelateerd zijn omdat ik van mening ben dat je door te zorgen het goede kan doen. Zoals we echter tijdens de studie leerden, is zorg een zeer breed concept. Ik blijf dus voorlopig nog even de snorkelaar die met vertraagde bewegingen haar omgeving en mogelijkheden verkent.’
Lees meer:
Kim Henkels de Lange