B1-ZIN1: Inleiding theorie en geschiedenis van de levensbeschouwing (20-21)
Studie- | Inleiding theorie en geschiedenis van de levensbeschouwing |
---|---|
Engelse titel | Introduction into the Theory and History of World Views |
Code | B1-ZIN1 |
Leerlijn | Zingeving |
Studiejaar | Bachelor 1 |
Onderwijsperiode | Periode I |
Omvang | 7,5 ECTS |
Taal | Nederlands |
Examinator | Prof.dr. Laurens ten Kate |
Docenten | Prof.dr. Laurens ten Kate, , dr. Abdelilah Ljamai, i.s.m. student-assistenten |
Bijdrage aan eindtermen | Het vak draagt bij aan de volgende eindtermen van de bachelor Humanistiek: 1. Kennis en inzicht: de afgestudeerde kan 1a zingeving en humanisering uitleggen op basis van relevante en actuele theorieën en methoden uit zowel de geesteswetenschappelijk als sociaalwetenschappelijke disciplines en toelichten hoe de humanistiek zich verhoudt tot de constituerende wetenschappelijke disciplines; 1b weergeven hoe theorieën en praktijken van levensbeschouwing, in het bijzonder humanistische tradities, zich verhouden tot maatschappelijke en historische contexten. 2. Toepassen kennis en inzicht: de afgestudeerde kan 2a hedendaagse processen van zingeving en humanisering in het publieke domein conceptualiseren en analyseren; 2b onder begeleiding een wetenschappelijk verantwoord en voor de humanistiek relevant elementair onderzoek opzetten en uitvoeren. 3. Oordeelsvorming: de afgestudeerde kan 3a wetenschappelijk onderbouwde standpunten formuleren op het gebied van levensbeschouwing en existentiële vragen, met verwijzing naar humanistische tradities en hun cultureel-historische contexten; 3b kritisch reflecteren op de invloed van levensbeschouwelijke tradities en persoonlijke inspiratiebronnen op zingevings- en humaniseringsprocessen; 4. Communicatie: de afgestudeerde kan 4a een redenering beargumenteerd opzetten en op maatschappelijke relevante en wetenschappelijk verantwoorde wijze schriftelijk en mondeling weergeven; 4b met inzet van dialogische vaardigheden (persoonlijke) zingevingsvragen analyseren; 5. Leervaardigheden: de afgestudeerde kan 5 op grond van zelfreflectie over de eigen waarden, kwaliteiten en voorkeuren keuzes maken voor een vervolgstudie, toekomstige loopbaan en arbeidsmarkt. |
Leerdoelen | Na afloop van deelname aan B1-ZIN1: Inleiding theorie en geschiedenis van de levensbeschouwing volgens de eisen heeft de student (S):
|
Korte | Dit vak vormt het openingvak van de bachelor in het eerste jaar. Bij de net aangekomen studenten wordt de basis gelegd voor kennis van en inzicht in de verschillende levensbeschouwelijke thema’s en stromingen die in de humanistiek een rol spelen. Tegelijkertijd vormt het vak een stevige inleiding in de religiestudies, de cultuurgeschiedenis en de godsdienstfilosofie. In de twee openingsweken wordt de vraag gesteld: wat is humanisme?, en wordt deze vraag tegen de achtergrond van de westerse geschiedenis van een mogelijk antwoord voorzien. Daarbij staat de historische overgang van ‘mythos’ naar ‘logos’ centraal, wordt ingegaan op een centraal cultuurhistorisch begrip, dat van de ‘axiale wending’, en maakt de student (S) kennis met de theorie en geschiedenis van de levensbeschouwing: Wat is een levensbeschouwing, wat is religie? En wat zijn religiewetenschappen? Het bekende model van Ninian Smart, waarin hij zeven dimensies van levensbeschouwing onderscheidt, zal hierbij centraal staan. Vervolgens verdiept S zich in de verschillende betekenissen van het humanisme door de westerse geschiedenis heen, tot in de huidige tijd: zo verschijnt het begrip ‘humanisme’ soms als wereldbeeld of levensbeschouwing, soms als beschavingsideaal, dan weer als persoonlijke levensstijl of als politieke beweging van emancipatie. Daarna concentreert S zich op de drie religieuze tradities die op de westerse cultuur hun stempel hebben gedrukt: de joodse, christelijke en islamitische traditie. Deze religieuze ‘configuraties’ worden telkens vergeleken met het humanisme. Ze worden eerst behandeld vanuit hun verhaaltradities, in het bijzonder hun schepping- en oorsprongverhalen, en de invloed die deze oerverhalen nog steeds hebben op ons beeld van de mens, van de natuur, van goed en kwaad en man en vrouw. Vervolgens is er aandacht voor de theologie van deze religies, voor hun sociaal-politieke geschiedenis tot in de huidige tijd, en voor hun relatie met kunst, literatuur en muziek. Het boek 25 Eeuwen theologie. Teksten en toelichtingen, mede geredigeerd door Laurens ten Kate en met bijdragen van Abdelilah Ljamai, zal hier de rode draad zijn. Daarnaast lezen we delen van het boek Vrij(heid) van religie en van het boek God, iets of niets?. Soms zullen er ‘uitstapjes’ gemaakt worden naar oosterse religies en levensbeschouwingen, zoals het boeddhisme. Zie verder de uitgebreide inleiding in het werkboek van dit studieonderdeel (beschikbaar via deze site in juni). |
Werkvormen | Twee bijeenkomsten per week gedurende acht weken o Eerste uur: gezamenlijke bespreking van te bestuderen literatuur in relatie tot het hoorcollege, door docent; vragen, feedback |
Toetsvormen | Het schriftelijk tentamen toetst de verworven kennis aan de hand van de leerdoelen (zie hierboven). In het schriftelijk tentamen vindt een combinatie van toetsingen plaats. De\het opgedane en verwerkte kennis en inzicht wordt getoetst door vragen over de literatuur en collegestof. Daarom is gekozen voor een gesloten boek tentamen. Echter, de toetsvragen bevatten ook telkens een onderdeel waarin de student gevraagd wordt het eigen denkproces t.a.v. het betreffende thema onder woorden te brengen. Deze dubbele doelstelling van het schriftelijk tentamen komt tot uitdrukking in het beoordelings- en feedbackformulier dat iedere student ontvangt na de becijfering. |
Literatuur en | Verplichte literatuur: Aanschaffen (www.studystore.nl, of www.bol.com, of de boekhandel):
|
Levensbeschouwelijke arbeidsmarktgerichte en academische vorming | Dit vak is vooral (1) levensbeschouwelijk en (2) academisch van karakter. De student krijgt een brede vorming op religiewetenschappelijk, cultuurfilosofisch en -historisch gebied.
|
Toelichting samenhang andere onderdelen |
|