Werd alles politiek in de jaren zestig?
De jaren zestig van de vorige eeuw staan in het nationale geheugen gegrift als een periode waarin veel, zo niet alles politiek was. Was het toen niet de tijd dat feministen het persoonlijke als politiek verklaarden? De houdbaarheid van deze beeldvorming staat centraal in het proefschrift Alles werd politiek. De verhouding tussen het politieke en het persoonlijke in de humanistische en de homolesbische beweging in Nederland, 1945-1980 dat Elise van Alphen 3 oktober verdedigt aan de Universiteit voor Humanistiek.
Om na te gaan of de jaren zestig in dit opzicht zo bijzonder waren, zijn de opvattingen over de verhouding tussen het persoonlijke en het politieke in Nederland onderzocht vanaf de Tweede Wereldoorlog tot begin jaren tachtig. Dat is gedaan voor twee bewegingen: de humanistische en de homolesbische beweging. Twee progressieve maar zeer verschillende bewegingen, zeker qua startpositie na de tweede wereldoorlog. Humanisten mochten plaatsnemen aan de gesprekstafels van de landelijke overheid; de homolesbische beweging werd onderzocht door de zedenpolitie.
Uit Van Alphens proefschrift blijkt dat niet in de letterlijke jaren zestig, maar begin jaren zeventig heel kortstondig alles politiek was in beide bewegingen. In de jaren vijftig was het persoonlijke – kwesties als gezin, seks, opvoeding en manvrouwverhoudingen – vooral aangrijpingspunt van verandering waar het anderen betrof. Begin jaren zeventig ging het niet meer om de vormgeving van andermans leven, maar om het eigen persoonlijke leven.
Het eigen leven en de eigen identiteit stonden in beide bewegingen tussen 1970 en 1972 op verschillende manieren centraal. Het werd gezien als iets wat bevrijd moest worden, ofwel via het bestaande politieke stelsel ofwel door een totale omverwerping van de kapitalistische samenleving. Het persoonlijke was nu een politiek middel om anderen te confronteren en op te voeden, bijvoorbeeld door de coming out. Het persoonlijke was het materiaal waardoor de subtiele machtswerkingen van de maatschappij gekend zouden kunnen worden. En het veranderen van het eigen persoonlijke leven zou de maatschappij automatisch mee veranderen. Want zou de maatschappij niet als vanzelf anders worden als het individu zijn leven los van de prestatienorm, de heteronorm en gendernormen wist in te richten? Het was een discussie die bij humanisten snel weer verdween, maar bij de homolesbische beweging in die tijd juist goed op gang kwam.
Met het onderzoek naar juist deze twee bewegingen zoomt Van Alphen ook in op het veronderstelde verband tussen secularisering en de seksuele bevrijding van de jaren zestig. Ze plaatst kritische kanttekeningen bij het idee dat secularisering automatisch tot seksuele vrijheid zou leiden, zoals in hedendaagse politieke debatten wel wordt gesuggereerd. Ook humanisten ondergingen namelijk in de jaren zestig een ‘revolutie’ in hun opvattingen over seks en sekseverhoudingen, waarmee ze eenvoudigweg met hun tijd meegingen. Het is dan ook te simpel om te stellen dat een toename van ongodsdienstigheid de (homo)seksuele emancipatie en vrouwenemancipatie automatisch zou bevorderen.
Elise van Alphen studeerde humanistiek en filosofie. Zij was promovendus aan het J.P. van Praag Instituut aan de Universiteit voor Humanistiek, en werkt op dit moment als coördinator van Transgender Netwerk Nederland en als freelance onderzoeker, trainer en schrijver.
Alles werd politiek. De verhouding tussen het politieke en het persoonlijke in de humanistische en de homolesbische beweging in Nederland, 1945-1985.
Elise van Alphen
ISBN 978 90 6728 326 7, €25, -, te koop via de Papieren Tijger en bij het Humanistisch Historisch Centrum.
>Promotie Elise van Alphen 3 oktober 2016
De jaren zestig van de vorige eeuw staan in het nationale geheugen gegrift als een periode waarin veel, zo niet alles politiek was. Was het toen niet de tijd dat feministen het persoonlijke als politiek verklaarden? De houdbaarheid van deze beeldvorming staat centraal in het proefschrift Alles werd politiek. De verhouding tussen het politieke en het persoonlijke in de humanistische en de homolesbische beweging in Nederland, 1945-1980 dat Elise van Alphen 3 oktober verdedigt aan de Universiteit voor Humanistiek.