Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies. Wij verzoeken u om cookies te accepteren. Meer info

Organisaties en de banaliteit van het goede

Vrijwilligersorganisaties en andere non profit organisaties zijn doorgaans opgericht met een goed doel voor ogen. Maar als organisaties langer draaien en zichzelf in stand moeten houden, lijkt juist het ‘goed doen’ steeds meer naar de achtergrond te verschuiven. Hoe kun je als organisatie blijven reflecteren op je uiteindelijke doel? Meralda Slager deed onderzoek naar het spanningsveld tussen voornemen en praktijk in een vrijwilligersorganisatie gericht op palliatieve terminale zorg. Op 27 november 2012 verdedigt ze haar proefschrift De banaliteit van het goede aan de Universiteit voor Humanistiek.

 

Als organisaties langer bestaan, gaat het regelen van de dagelijkse gang van zaken, zoals bijvoorbeeld het opstellen en uitdenken van een  meerjarenbeleidsplan, een belangrijke rol spelen. In veel gevallen houden dit soort zaken de mensen in een organisatie zodanig bezig dat het vooral daarom nog lijkt te gaan. Op zo’n moment lijkt het in stand houden van de organisatie de overhand te krijgen, en het uiteindelijke doel van de organisatie (het doen van het goede) verloren te gaan.

 

Meralda Slager onderzoekt  in haar proefschrift de vraag of een organisatie dan niet banaal wordt – in de zin van gedachteloos. Deze gedachteloosheid heeft niets te maken met kwaadaardigheid, maar met verlies van aandacht en gebrek aan reflectie.

 

Slager volgde de ontwikkeling van het meerjarenbeleidsplan binnen de organisatie Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ). Het viel haar op dat veel werd vergaderd over dit plan, maar dat de gesprekken in de vergaderingen niet leken te gaan over de betekenis van de organisatie. Het ging over de lengte van het plan, of over definities. In interviews met betrokkenen bleek dat er allerlei spanningen en fricties waren waarover de betrokkenen bezorgd en betrokken waren. Deze fricties en spanningen werden niet benoemd in het beleidsplan.

 

Slager vroeg zich af of het werk van Hannah Arendt en Martin Heidegger kunnen helpen om te reflecteren en om ruimte te maken voor denken, zodat de betekenis van het goed doen in een organisatie niet verloren gaat. Hiertoe werkte ze het begrip banaliteit verder uit, aan de hand van hun filosofische werk. Slager ontdekte dat juist de fricties en spanningen  in een non-profit organisatie ter sprake moeten worden gebracht en niet onder het bed moeten worden gestopt. In deze fricties en spanningen komt het wezen van de organisatie naar boven en krijgt de organisatie vorm.

 

Informatie
y.nelen@uvh.nl

Vrijwilligersorganisaties en andere non profit organisaties zijn doorgaans opgericht met een goed doel voor ogen. Maar als organisaties langer draaien en zichzelf in stand moeten houden, lijkt juist het ‘goed doen’ steeds meer naar de achtergrond te verschuiven. Hoe kun je als organisatie blijven reflecteren op je uiteindelijke doel? Meralda Slager deed onderzoek naar het spanningsveld tussen voornemen en praktijk in een vrijwilligersorganisatie gericht op palliatieve terminale zorg. Op 27 november 2012 verdedigt ze haar proefschrift 'De banaliteit van het goede aan de Universiteit voor Humanistiek.