Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies. Wij verzoeken u om cookies te accepteren. Meer info

Verklaring over Academische Vrijheid – De rectoren van de Nederlandse universiteiten (2025)

Zonder academische vrijheid zouden we misschien geen antibiotica hebben, en geen diepgaand begrip van het menselijk gedrag. Literaire kritiek, klimaatmodellen, en ecologisch herstel zouden sterk zijn beperkt, net als ethische reflectie op kunstmatige intelligentie, rechtvaardigheid, trauma, opvoeding, geloof en hoop. Al deze domeinen zijn afhankelijk van de ruimte om vrij te denken, te onderzoeken en kritisch te bevragen. Academische vrijheid heeft de ruimte geschapen waarin grote denkers, dwarse vragenstellers en toegewijde onderzoekers de grenzen van het weten konden verleggen. De vooruitgang die wij nu als vanzelfsprekend beschouwen – medisch, technologisch, maatschappelijk, wetenschappelijk – is mogelijk gemaakt doordat wetenschappers in vrijheid vragen konden stellen en daarmee nieuwe werelden konden openen.


De universiteit moet daarom een plaats zijn waar alles onderzocht, onderwezen en besproken kan worden. Waar waarheid niet wordt versimpeld tot een eendimensionaal 'ja' of 'nee', maar waar ze erkend wordt in al haar complexiteit en gelaagdheid. Waar botsing niet leidt tot verharding, maar tot verdieping. De academie is geen plek voor dogma’s, maar voor onderzoek, reflectie en soms schurende dialoog. Juist daar ligt haar maatschappelijke waarde: op de universiteit moeten meningen samenkomen en botsen. Alleen op deze manier komen nieuwe inzichten tot stand. Dit is moeilijk en we zien dat deze vaardigheid op heel veel plekken onder druk staat. Daarom is het zo belangrijk dat onze studenten er mee oefenen, met verschillende (onderbouwde) perspectieven in aanraking komen en leren het open, ongemakkelijke, maar verdiepende gesprek te voeren.


Maar die vrijheid staat momenteel onder druk


We zien wereldwijd dat overheden zich steeds nadrukkelijker bemoeien met de inhoud van onderwijs en onderzoek. In de VS, maar ook in sommige landen in Europa, worden onderzoeksthema’s verboden, onderwijscurricula herschreven, wetenschappers gecensureerd en instituten gesloten. Ook in Nederland groeit de politieke neiging om niet alleen de wetenschap te bevragen, maar ook actief richting te geven aan de inhoud van het wetenschappelijk debat en het onderwijs. Onze dalende positie op de internationale Academic Freedom Index is een signaal dat we uiterst serieus moeten nemen.


Niet alleen van buitenaf, maar ook van binnenuit staat de academische vrijheid onder druk. We zien dat op campussen protesten en bezettingen soms verharden, dat gesprekken polariseren en dat onderwerpen worden vermeden omdat ze als te gevoelig worden ervaren. Waar de ruimte voor onderzoek, dialoog en twijfel wordt ingeperkt, door repressie enerzijds of taboe anderzijds, verliest de universiteit haar essentie. Maar juist de academie is bij uitstek de plek waar leren, reflecteren en verbeteren centraal staan. Dáár hoort de zorg voor academische vrijheid thuis. Dit goed faciliteren is geen eenvoudige opgave, en het gaat niet altijd vlekkeloos.


Onze studenten, onze wetenschappers en de KNAW signaleren in opiniestukken en rapporten dat aan de academische vrijheid wordt getornd. Ook wij, de rectoren van de Nederlandse universiteiten, spreken ons vandaag gezamenlijk uit.


Wij móeten staan voor de academische vrijheid


Niet om ons af te sluiten, maar juist om 'open' te blijven. Niet om ons gelijk te halen, maar om het gesprek mogelijk te houden. Daarom bevestigen wij de kernprincipes die aan academische vrijheid ten grondslag liggen:


Institutionele autonomie

Universiteiten moeten onafhankelijk kunnen opereren, vrij van opgelegde politieke, ideologische of commerciële beïnvloeding. Institutionele autonomie is geen privilege, maar een noodzakelijke voorwaarde voor betrouwbaarheid en academische vrijheid. De overheid heeft een belangrijke rol in het bewaken van die autonomie.


Vrijheid van denken, spreken en publiceren

Wetenschappers mogen denken, spreken, publiceren, onderzoeken en onderwijzen zonder angst voor censuur of repressie. Intellectuele ruimte is essentieel voor het ontstaan van nieuwe ideeën en voor vooruitgang en weerbaarheid van de samenleving. Maar dat maakt academische vrijheid geen vrijbrief. Waar vrijheid van meningsuiting een fundamenteel recht is dat ieder individu toekomt, is academische vrijheid gebonden aan eisen van wetenschappelijke integriteit, kwaliteit en professionaliteit.


Respectvol van mening verschillen 

We bevorderen een cultuur waarin verschillen van opvattingen worden opgezocht, gedeeld en bevraagd kunnen worden, altijd op respectvolle en wetenschappelijk onderbouwde wijze. Het debat moet vrij zijn, en altijd mogelijk blijven. Waar intimidatie, blokkade of geweld het gesprek bedreigen, treden we op. Normatieve kaders zijn nodig om het wetenschappelijke debat goed te laten verlopen. Hierover maken we afspraken met elkaar in de eigen academische gemeenschap en we houden ons ook aan die afspraken.


Een plek voor iedereen 

Iedereen binnen de academische gemeenschap moet zich deelgenoot van die gemeenschap en gewaardeerd voelen, ongeacht achtergrond of overtuiging. Minderheden verdienen bijzondere aandacht omdat toegang tot het academisch debat voor velen niet vanzelfsprekend is. Vrijheid vereist gelijkwaardige toegang tot het gesprek.


Verantwoordelijkheid richting samenleving en wetenschap

Onze kennis en inzichten dragen bij aan maatschappelijke vooruitgang, democratische rechtsorde en het publieke debat. Universiteiten zijn geen bastion, maar een publiek instituut dat wortelt in verbondenheid met de samenleving. Tegelijk dragen we ook verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en integriteit van de wetenschap zelf en onze professionaliteit als wetenschappelijke organisatie. We trekken ons de wereld aan, en denken over haar in vrijheid.


Onafhankelijke kennisontwikkeling 

Kennisontwikkeling dient de samenleving het meest wanneer zij voortkomt uit een onafhankelijke drang naar inzicht, niet als reactie op de gedachte ‘u vraagt, wij draaien’. Kritische nieuwsgierigheid speelt daarin een rol, evenals langdurig, vrij onderzoek, ook als dat schuurt, complex is of veel tijd vraagt.


Academische vrijheid is vrijheid in verantwoordelijkheid


Wij realiseren ons terdege: academische vrijheid is geen carte blanche. Ze vraagt om verantwoordelijkheid: naar studenten, collega’s, de politiek, de samenleving én de wetenschap zelf. Vrijheid zonder verantwoordelijkheid ondermijnt zichzelf. Universiteiten zijn instellingen met een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid, publieke financiering, en een duidelijke taak in het opleiden van studenten binnen professionele en organisatorische kaders. Hierbij staat academische vrijheid voorop. Binnen deze context zijn wij bevoorrecht om vrijheid van onderwijs en onderzoek te beschermen en te bevorderen, een vrijheid die we niet lichtvaardig moeten behandelen.


Deze verklaring is dan ook geen eindpunt, maar een uitnodiging tot actie en gesprek over onze verantwoordelijkheid. Wij beseffen dat we ons telkens opnieuw tot de academische vrijheid moeten verhouden, haar soms verdedigen én ook met regelmaat intern begrenzen. Niet in regels alleen, maar vooral in de cultuur die we samen vormen. De onderzoekende geest móet vrij blijven binnen onze muren. Want wie bepaalt wat onderzocht mag worden, en hoe, bepaalt uiteindelijk ook wat gezegd, geloofd en geweten mag worden.


Een uitnodiging tot nationale dialoog


We starten in het komend jaar een brede dialoog over academische vrijheid, op en rond alle universiteiten in Nederland. Een gesprek over de spanningen die zich momenteel aandienen op de campus, over de vraag waar de universiteit voor staat, over de vraag hoe we elkaar kunnen blijven begrijpen, over de vraag hoe we samen en met respect vormgeven aan de academische vrijheid, over de verbinding van maatschappelijke betrokkenheid en academische soevereiniteit, en over de balans tussen het recht om te protesteren en het borgen van een veilige plek voor iedereen, tussen vrijheid nemen en vrijheid geven. Allemaal facetten die aan de academische vrijheid raken en die de gemoederen momenteel meer dan normaal bezighouden.


We nodigen studenten, docenten, onderzoekers, bestuurders, politici én alle andere geïnteresseerden uit om mee te doen. Niet om het netjes eens te worden, maar juist om het oneens te kunnen zijn zonder dat het gesprek stokt. Om te verkennen hoe we botsende overtuigingen en maatschappelijke druk kunnen verdragen, zonder dat de vrijheid sneuvelt. Academische vrijheid aan de universiteit is niet alleen een recht dat moet worden verdedigd, maar ook een waarde die actief moet worden beleefd en een plicht tot verantwoordelijkheid en professionaliteit. De situatie in de wereld laat zien dat academische vrijheid kwetsbaar is. Willen we als samenleving het open academische debat beschermen, dan moeten we ook met elkaar in gesprek over de rol die we allemaal hebben in het beschermen van die vrijheid.


Academische vrijheid is geen bezit van de universiteit. Ze is een publieke waarde die ons allen voedt. Laten we haar samen beschermen.


De rectoren van de Nederlandse universiteiten – 2025

Zonder academische vrijheid zouden we misschien geen antibiotica hebben, en geen diepgaand begrip van het menselijk gedrag. Literaire kritiek, klimaatmodellen, en ecologisch herstel zouden sterk zijn beperkt, net als ethische reflectie op kunstmatige intelligentie, rechtvaardigheid, trauma, opvoeding, geloof en hoop. Al deze domeinen zijn afhankelijk van de ruimte om vrij te denken, te onderzoeken en kritisch te bevragen. Academische vrijheid heeft de ruimte geschapen waarin grote denkers, dwarse vragenstellers en toegewijde onderzoekers de grenzen van het weten konden verleggen. De vooruitgang die wij nu als vanzelfsprekend beschouwen – medisch, technologisch, maatschappelijk, wetenschappelijk – is mogelijk gemaakt doordat wetenschappers in vrijheid vragen konden stellen en daarmee nieuwe werelden konden openen.

Pagina delen