Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies. Wij verzoeken u om cookies te accepteren. Meer info

Professionele ondersteuning noodzakelijk voor vitaliteit woongemeenschappen ouderen


12 mei 2022


Van bewoners van ouderencomplexen wordt verwacht dat zij ontmoetingen en activiteiten organiseren om de sociale vitaliteit in hun woonomgeving zelf op peil te houden of te verbeteren. Dat is in de praktijk lastig zonder professionele ondersteuning, zo blijkt uit een onderzoek naar de vitaliteit van woongemeenschappen van ouderen in Rotterdam. Het onderzoeksrapport "We hopen dat het leuker en gezelliger wordt" van onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek wordt vandaag gepubliceerd.


De Nederlandse overheid stimuleert ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar zelfstandige woonruimte zijn in veel gemeenten wooncomplexen specifiek voor ouderen gelabeld. Deze complexen beschikken vaak over extra voorzieningen, zoals een ontmoetingsruimte, om de sociale kwaliteit in het complex te vergroten. Uit onderzoek blijkt echter dat slechts een klein deel van de bewoners gebruik maakt van deze ruimten en dat veel ouderen vereenzamen. Dit is ook het geval in Rotterdam.


Daarom heeft de gemeente Rotterdam het project ‘Vitale woongemeenschappen’ opgezet, samen met woningcorporaties en welzijnsinstellingen. Doel van het project  is het versterken van de onderlinge betrokkenheid in wooncomplexen voor ouderen, het stimuleren van onderlinge contacten, het verbeteren van de leefsfeer, en het verminderen van eenzaamheid. Onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek onderzochten in hoeverre bewoners zelf in staat zijn om de sociale vitaliteit in hun omgeving op peil te houden of te verbeteren. Wat kunnen ouderen zelf en wanneer en in welke situatie is ondersteuning nodig en welke soort ondersteuning is dat?

Verschillende groepen

Verhuizing naar een ouderencomplex met huurwoningen is zelden een bewuste keuze. Ouderen met voldoende financiële middelen en organiserend vermogen kunnen hun woonwensen vaak op eigen kracht realiseren. Voor ouderen met een relatief laag besteedbaar inkomen en een beperkt organiserend vermogen is dat een stuk lastiger. Zij verhuizen pas als het echt niet anders kan en genoodzaakt zijn om een betaalbare of beter toegankelijke woning te zoeken. Een van de mogelijkheden is dan een verhuizing naar een huurwoning in een ouderencomplex omdat die vaak gemakkelijker beschikbaar zijn dan andere woningsoorten.


Door de toegenomen diversiteit in ouderencomplexen is er een groep bewoners met grote behoefte aan gezamenlijke activiteiten en een groep bewoners die hier (nog) geen behoefte aan heeft. De groep met de grootste behoefte aan sociale contacten en activiteiten is tevens de meest kwetsbare groep die over weinig zelforganiserende vermogens beschikt. Zonder professionele ondersteuning zijn ze niet in staat om sociale activiteiten op te zetten en uit te voeren, zo blijkt uit het onderzoek. Dit betekent dat gemeenten – samen met corporaties en welzijnsinstellingen – hier een rol in hebben.


Naast woonconsulenten en huismeesters, is een sociale professional met ervaring op het terrein van activering en gemeenschapsvorming noodzakelijk. Deze professional heeft een rol bij het motiveren van actieve bewoners die zich willen inzetten voor een sociale leefomgeving, bij de planvorming en bij het omzetten van plannen naar de feitelijke uitvoering. Maar ook als de groep eenmaal gevormd is en er met regelmaat zelfgeorganiseerde activiteiten plaatsvinden, is professionele ondersteuning onmisbaar. De actieve bewonersgroep is kwetsbaar en de professional kan zorgen voor continuïteit. Ook bij problemen en conflicten is de inzet van een professional vereist.


Het onderzoek maakt duidelijk dat een sociale interventie niet het enige antwoord kan zijn op de behoefte aan sociale vitalisering, maar dat aanvullende maatregelen en randvoorwaarden als structurele professionele ondersteuning en een uitgebalanceerd woningtoewijzingsbeleid noodzakelijk zijn. Tot nu toe ontbreken beide.


“We hopen dat het leuker en gezelliger wordt.” Vitale woongemeenschappen in Rotterdamse ouderencomplexen.

Anja Machielse, Sophie Bekkers, Janneke Jolink, Jeannelies Lof

(Universiteit voor Humanistiek, 2022)


PDF-bestandDownload rapport


Onderzoeksproject

Bekijk meer informatie over het onderzoeksproject Vitale woongemeenschappen

Van bewoners van ouderencomplexen wordt verwacht dat zij ontmoetingen en activiteiten organiseren om de sociale vitaliteit in hun woonomgeving zelf op peil te houden of te verbeteren. Dat is in de praktijk lastig zonder professionele ondersteuning, zo blijkt uit een onderzoek naar de vitaliteit van woongemeenschappen van ouderen in Rotterdam. Het onderzoeksrapport We hopen dat het leuker en gezelliger wordt van onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek wordt vandaag gepubliceerd.