Geert Smid in Quest Psychologie over aspecten van rouwverwerking
15 juli 2022
In het tijdschrift Quest Psychologie verscheen deze zomer een artikel met als vraag: ‘Wat kun je beter verwerken: een naaste die plotseling sterft, of na een lang ziekbed?’ Geert Smid, psychiater en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit voor Humanistiek, liet hier zijn licht over schijnen.
Kunnen praten over eindigheid helpt
Volgens Smid hangt hoe je je voelt na een overlijden sterk af van de relatie die je met iemand hebt. Een partner die overlijdt, wekt natuurlijk sterkere emoties op dan de dood van een verre kennis. Ook sociale omstandigheden spelen een rol, steun van de omgeving is heel belangrijk. Verder maakt het bijvoorbeeld uit of iemand al veel overlijdens heeft meegemaakt. Dat kan extra woede en schuldgevoelens opwekken.
Daarnaast speelt de manier van overlijden volgens hem zeker een rol. Als je weet dat iemand er binnenkort niet meer zal zijn, kun je je daarop voorbereiden. Smid: ‘Het blijkt voor nabestaanden behulpzaam als ze hebben kunnen praten over de eindigheid van de relatie, als dat daar al een beetje deel van is geworden. Dat maakt de realiteit na het overlijden beter te behappen en te accepteren.’
Rouwrituelen zijn belangrijk
Smid benadrukt ook het belang van rouwrituelen. ‘Tijdens een wake, uitvaart of herdenking neem je afscheid van de overledene. Dat helpt je te beseffen dat diegene niet meer terugkomt en het verlies onder ogen te zien.’ In geval van een heel plotseling overlijden, zoals bij een ramp, is zo’n ritueel niet altijd meteen mogelijk. Dan kunnen er allerlei dingen aan de hand zijn die de verwerking moeilijker maken en zelfs kunnen leiden tot een rouwstoornis.
Hoe iemand een verlies verwerkt, kun je nooit geheel voorspellen. Smid: ‘De aard van het overlijden is een belangrijke factor in het ontwikkelen van een rouwstoornis. Maar ieders rouw blijft uniek, en er is geen goede of slechte manier.’
In Quest Psychologie verscheen een artikel over aspecten van rouwverwerking met bijzonder hoogleraar Geert Smid.