Christa Anbeek pleit voor een tegenstem tegen het ideaal van het perfecte bestaan
Gelovigen en niet-gelovigen stellen dezelfde cruciale levensvragen. Op die vragen moeten theologen zich weer richten, vertelt Christa Anbeek in een gesprek met Trouw. Dan ontstaat een welkome tegenstem tegen ons dominante ideaal van het perfecte bestaan en komt er meer ruimte voor verlies en kwetsbaarheid. Anbeek hield onlangs haar oratie aan de Vrije Universiteit als eerste vrouwelijke remonstrantse hoogleraar. Ze is ook universitair hoofddocent geestelijke begeleiding aan de Universiteit voor Humanistiek.
Anbeek praat met Elma Drayer over de toekomst van de theologie, en het belang van kerken om gerichte aandacht te hebben voor bestaansvragen. Ook zou de kerk op lokaal niveau meer in gesprek kunnen gaan met gelovigen en leken. Verlies en kwetsbaarheid - daar moet het dus volgens Anbeek in de geloofsgemeenschap over gaan. Als tegenwicht ook voor een samenleving die succes en gezondheid als het hoogste goed ziet. "Dat strookt niet met hoe het leven ook vaak is: dat je in de war raakt, ziek wordt, afhankelijk en kwetsbaar. Wij zijn in toenemende mate geneigd om dat naar de marge te schuiven. Als zoiets je overkomt, vinden we, heb je het er zelf naar gemaakt. Dat voortdurende jagen naar perfectie sluit talloze mensen uit die niet mee kunnen komen."
Anbeeks interesse in theologie en levensbeschouwing is voor haar goed te verenigen met haar docentschap aan de Universiteit voor Humanistiek. "Iets als 'levensbeschouwing' dreigt helemaal psychologisch ingevuld te raken,” aldus Anbeek in Trouw. “Toekomstige raadslieden leren dat ze er moeten zijn voor de ander, goed moeten kunnen luisteren, niet oordelen. Dan denk ik: tja, dat doet een psycholoog, een maatschappelijk werker ook. Daarom ben ik heel erg gaan zoeken naar wat je van de theologie kunt leren en lenen om aan dat humanisme een verdieping te geven.”
“Zo kwam ik bij de dogmatiek uit. Die stelt nu eenmaal de fundamentele vragen. De vraag naar God, bijvoorbeeld, vertaal ik naar: wat is van onopgeefbaar belang? Iemand die de religieuze taal spreekt zal misschien zeggen: dat is voor mij God. Iemand die die taal niet spreekt zal een ander antwoord formuleren. Dat vind ik toch wezenlijk anders dan dat je alleen maar zegt: je moet goed kunnen luisteren."
(Bron: Trouw)
Kijk voor een volledig gesprek op de site van Trouw
Gelovigen en niet-gelovigen stellen dezelfde cruciale levensvragen. Op die vragen moeten theologen zich weer richten, vertelt Christa Anbeek in een gesprek met Trouw. Dan ontstaat een welkome tegenstem tegen ons dominante ideaal van het perfecte bestaan en komt er meer ruimte voor verlies en kwetsbaarheid. Anbeek hield onlangs haar oratie aan de Vrije Universiteit als eerste vrouwelijke remonstrantse hoogleraar. Ze is ook universitair hoofddocent geestelijke begeleiding aan de Universiteit voor Humanistiek.