Waarden aan het werk
Over normatieve leerprocessen van professionals
Goed werk doen wordt steeds complexer. Professionals stuiten regelmatig op normen en waarden die niet verenigbaar zijn. En zij hebben te maken met uiteenlopende belangen. In haar nieuwe boek Waarden aan het werk beschrijft Tonja van den Ende hoe professionals en organisaties omgaan met allerlei normatieve afwegingen, en hoe zij deze kunnen inbedden in de alledaagse beroepspraktijk. Van den Ende is directeur van het Praktijkcentrum Zingeving & Professie van de Universiteit voor Humanistiek.
Hoeveel distantie bewaar je als geestelijk verzorger bij Defensie tot de militairen, als je samen op missie bent in Afghanistan? Hoe verenig je allerlei efficiency eisen van je werkgever met je verlangen om kwaliteit te leveren? Lukt het je om je als arts in te leven in een agressieve patiënt? Van den Ende sprak uitgebreid met wetenschappers, geestelijk verzorgers, maatschappelijk werkers, managers en ouderenconsulenten over de vele normen en waarden die zij dagelijks tegenkomen in hun beroepspraktijk, hun dilemma´s, en de afwegingen die zij maken.
Die dilemma´s en afwegingen zijn niet eenduidig. Om goede keuzes te kunnen maken, is het nodig om je bewust te worden van hun gelaagdheid. Van den Ende wijst hierbij op het belang van kantelmomenten: situaties waarin normen strijdig zijn met elkaar en niet duidelijk is welke norm de professional zal laten prevaleren. Een professional kan zich in zo’n situatie onthand voelen of weerstand ervaren. Duidelijk is dat er iets moet gebeuren: de professional voelt een moreel appèl. Als de professional ingaat op dat appèl, kan zich een kanteling voordoen.
Zoals de arts voor verstandelijk gehandicapten, die zich moet verhouden tot cliënte Clara. Clara is een veertigjarige vrouw. Ze is agressief en deelt nog al eens een stevige mep uit naar medewerkers. Ook de ouders van Clara zijn ‘moeilijke ouders.’ Ze klagen vaak over de zorg, hebben veel conflicten met zorgverleners en ook een wantrouwende houding naar hem als dokter. Dat ergert hem, hij wil ze het liefst uit de weg gaan. Maar dat wringt en staat haaks op wat hij een professionele houding vindt. Hij vertelt over zijn kanteling :
“Op een avond heb ik avonddienst. Ik stop mijn zoontje van twee nog even snel in bed en vertrek naar het werk. Toevallig zijn de ouders van Clara er ook en ik ben er getuige van hoe ook zij hun dochter nog even zelf in bed stoppen alvorens weer naar huis te gaan. Ik herken ineens de situatie: “Welterusten meisje, mamma komt morgen weer. De groepsleider zal verder voor je zorgen vannacht”. En ook het nog even teruglopen voor een laatste kusje.
En ineens realiseer ik me: zij zien geen ‘moeilijke’ Clara met losse handen. Zij zien een kwetsbare dochter met het niveau van een tweejarige. En ik zie geen ‘moeilijke ouders’ meer, maar hun zorg, het slechts tevreden zijn met het allerallerbeste voor hun kind en begrijp hun angst en wantrouwen.
Vanaf dat moment lukt het me om beter om te gaan met zogenaamde ‘moeilijke ouders’ en ervaar ik hun angsten en wantrouwen niet als twijfel aan mijn professionaliteit, maar als gedeelde zorg om en voor de cliënten.”
Aan de hand van interviews en casuïstiek biedt Waarden aan het werk belangrijke aanknopingspunten voor het verder versterken van de normatieve leerprocessen van professionals en hun organisaties.
Waarden aan het werk, Over kantelmomenten en normatieve complexiteit in het werk van professionals, Tonja van den Ende
Uitgeverij SWP, ISBN: 978 90 8850 236 1, 176 pagina's
http://www.swpbook.com/1472
In haar nieuwe boek Waarden aan het werk beschrijft Tonja van den Ende hoe professionals en organisaties omgaan met allerlei normatieve afwegingen, en hoe zij deze kunnen inbedden in de alledaagse beroepspraktijk.