Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies. Wij verzoeken u om cookies te accepteren. Meer info

Daadwerkelijke erkenning van slachtoffers geweld in jeugdzorg is complex


Voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg in de periode 1945 tot 2019 zijn vanuit de overheid enkele jaren geleden ‘erkenningsmaatregelen’ genomen. In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) onderzocht een interdisciplinair team van de Universiteit voor Humanistiek (UvH) in hoeverre deze maatregelen van de overheid recht deden aan de ervaringen van getroffenen. Getroffenen ervaren deze maatregelen op individueel niveau deels als positief. Maar veel van hen vinden vooral dat niet werkelijk van erkenning kan worden gesproken als het geweld in de jeugdzorg voortduurt. Er ontbreken structurele veranderingen.


Het onderzoek had twee doelen: het evalueren van de erkenningsmaatregelen en een erkenningskader te ontwikkelen om ervan te leren ten behoeve van de omgang met andere getroffenen van overheidshandelen: wat maakt nu dat er erkenning gevoeld wordt?


"Erkenning is een sociaal proces waardoor de relaties tussen de getroffenen, het verantwoordelijke instituut, en de maatschappij eerlijker en gelijkwaardiger kunnen worden," aldus Nicole Immler, hoogleraar Historical Memory and Transformative Justice aan de UvH: “Dat hebben wij van dit onderzoek evenals van ander onderzoek naar grootschalig geweld geleerd.”

Evaluatie maatregelen
Commissie De Winter concludeerde in 2019 dat velen die in de jeugdzorg verbleven, geweld hadden meegemaakt en adviseerde de overheid onder andere om de slachtoffers daarvan ‘erkenning te geven.’ Dat deed de overheid middels een erkenningsmaatregelenpakket dat bestond uit zes onderdelen: excuses, een financiële tegemoetkoming, een digitaal monument (website en documentaire), oprichting Centraal Informatie- en Expertisepunt, financiële ondersteuning lotgenotencontact en financiële bijdrage voor fysiek monument. 

Uit het onderzoek blijkt dat bevraagde getroffenen vooral bekend waren met de financiële tegemoetkoming en in mindere mate met de gemaakte excuses. Van de andere maatregelen waren de meesten niet op de hoogte. Over de vraag of de maatregelen bijdroegen aan erkenning waren getroffenen over het algemeen matig enthousiast tot (zeer) afwijzend. Veel bevraagden antwoordden dat erkenningsmaatregelen, of ze nou excuses of een monument betreffen, geen zin hebben of onoprecht lijken als het geweld nog steeds plaatsvindt. Ook blijkt dat zij bij meerdere maatregelen het persoonlijk contact misten.

Erkenning gaat over verleden, heden en toekomst
Nicole Immler vervolgt: "Dit onderzoek laat zien dat de getroffen maatregelen vooral gericht zijn op het verleden, maar erkenning gaat ook over heden en toekomst." 

Een van de getroffenen formuleert het als volgt in het onderzoek: “Wat je als overheid moet proberen te doen, is zorgen dat de mensen goed terecht komen: dat ze een diploma kunnen halen, een dak boven hun hoofd hebben. Dat is toch niks geks?” 

Het onderzoek signaleert dat de structurele oorzaken van geweld en daarmee de continuïteiten van geweld vaak over het hoofd worden gezien, zoals een getroffene het formuleert: “Maar dit verhaal gaat verder want omdat ik kwetsbaar was, en bepaalde vaardigheden miste, ben ik ook slachtoffer geworden van de toeslagaffaire. Het is generatie op generatie.”

Dit vraagt juist om ook de structurele oorzaken van geweld (zoals marginalisatie) explicieter te belichten. Ook bleken cruciale lagen van erkenning — zoals verantwoordelijkheid nemen en hervormen — onderbelicht.

Veel kennis bij getroffenen
Getroffenen die bij het ontwerpen van het maatregelenpakket betrokken waren hebben dit als heel positief ervaren - tegelijkertijd ervoeren zij weinig inspraak bij de implementatie van het pakket. “Aanbeveling uit het onderzoek is om getroffenen te includeren bij het identificeren van het probleem, alsmede bij het ontwikkelen, implementeren en evalueren van de erkennings- en herstelmaatregelen. Kortom, betrek getroffenen als gelijkwaardige gesprekspartner in het hele proces," aldus Nicole Immler.


Nieuw erkenningskader

Dit rapport maakt gebruik van een vernieuwend erkenningskader, gebaseerd op het idee van transformatieve erkenning. Het brengt structurele oorzaken van geweld (zoals machtsrelaties) expliciet in beeld en benadrukt dat daadwerkelijke erkenning gaat om maatschappelijke verandering en hervorming. Voor meer informatie hierover, kijk op Dialogics of justice


Inzichten voor (toekomstige) erkenningstrajecten

In het onderzoeksrapport staan vijftien inzichten en lessen die kunnen helpen bij de vormgeving of evaluatie van andere (toekomstige) erkenningstrajecten na historisch, systematisch en/of institutioneel onrecht. "Wij presenteren dit rapport over evaluatie van erkenningsmaatregelen uit het verleden, daarom vooral als een oproep tot hervormingen in het heden", aldus Nicole Immler. Deze aanbevelingen zijn ook relevant voor maatschappelijk herstel met betrekking tot soortgelijk institutioneel onrecht zoals het toeslagenschandaal en de gevolgen van de gaswinning in Groningen.


PDF-bestandSamenvatting rapport NL
PDF-bestandSamenvatting rapport ENG
PDF-bestandOnderzoeksrapport


Onderzoeksteam

dr. Eva Mulder, dr. Niké Wentholt, Naomi Ormskerk, MSc, Yara Bodegraven, MSc, Jake Smit, MSc en Prof. dr. Nicole Immler.

Voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg in de periode 1945 tot 2019 zijn vanuit de overheid enkele jaren geleden ‘erkenningsmaatregelen’ genomen. In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) onderzocht een interdisciplinair team van de Universiteit voor Humanistiek (UvH) in hoeverre deze maatregelen van de overheid recht deden aan de ervaringen van getroffenen.

Pagina delen