Spigt, Petrus (Piet) (1919-1990)
Geboren op 20 oktober 1919 te Amsterdam. Overleden op 6 april 1990 te Amstelveen.
Autodidact zonder hogere opleiding. Was voor de Tweede Wereldoorlog vrijdenker en later, na de oorlog, ook humanist. Was zeer actief in de humanistische beweging met functies in diverse commissies en besturen.
Lid van het hoofdbestuur van vrijdenkersvereniging De Dageraad vanaf 1947 tot ca. 1962. Was in 1948 medeoprichter van de de A.H. Gerhardstichting (later de HSHB). Bestuurslid Humanistische Stichting Huisvesting Bejaarden (HSHB ) (1949‑1968). Een der oprichters van Stg. Cultureel en Sociaal Centrum voor Onkerkelijke Nederlanders (c. 1954).
Piet Spigt kwam in het begin van de jaren vijftig van de twintigste eeuw via de vrijdenkersbeweging De Dageraad in contact met Jaap van Praag en het Humanistisch Verbond (HV). Hij werd door Van Praag gevraagd in het hoofdbestuur. Vanaf 1958 tot ca. 1979 hoofdbestuurslid.
Van 1965 – 1968 redactielid van Rekenschap. Ontving in 1981 de Dr. J.P. van Praag‑prijs.
De vrijdenker en humanist Piet Spigt was een autodidact, die zich een grote kennis eigen maakte van geschiedenis, filosofie, letterkunde en psychologie. Hij heeft veel gepubliceerd, onder meer over Belle van Zuylen, Multatuli, Leo Polak en Johan Huizinga. Een selectie uit zijn artikelen bundelde hij in het boek In staat van besef (1981). Spigt verdiende zijn brood enige tijd als leraar Nederlands en geschiedenist, maar trad in 1946 in dienst bij De Nederlandsche Bank, waar hij bijna veertig jaar werkzaam is gebleven.
Al vanaf de jaren dertig was Spigt actief in de vrijdenkersbeweging. In 1953 leerde hij Jaap van Praag kennen, de voorzitter van het Humanistisch Verbond (HV). Door dit contact verbreedde zijn antigodsdienstig vrijdenken zich tot een bredere humanistische levensovertuiging. Spigt is wel altijd lid gebleven van Vrijdenkersvereniging De Dageraad (De Vrije Gedachte). In 1959 nam hij, op voorstel van Van Praag, zitting in het hoofdbestuur van het HV, waarvan hij ongeveer twintig jaar lang lid zou blijven.
Spigt was in die tijd tevens voorzitter van de Taakgroep Publiciteit en van de Radio- en Televisie Kommissie, die toentertijd een harde strijd voerde om een meer evenredige toewijzing van zendtijd. Van 1965 tot 1980 was hij redacteur van Rekenschap, het wetenschappelijke tijdschrift van het HV. Ten slotte heeft hij een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming (voorbereiding en eindredactie) van de derde beginselverklaring van het Humanistisch Verbond in 1973 en het Humanistisch Perspectief in 1977.
In 1981 beloonde het Verbond de verdiensten van Spigt met de toekenning van de J.P. van Praagprijs`omdat hij intensief en met élan 15 jaar lang meewerkte aan de verdieping en verbreding van het humanisme in Nederland'. De toekenning werd gemotiveerd met de woorden: 'Er zijn weinig mensen te vinden die zo veelzijdig, origineel, kundig en overtuigd het werk van het Humanistisch Verbond bevorderd hebben.'
Interview in april 1981 van Piet Spigt deel 1
Onderwerpen:
* Zijn jeugd;
* Het ouderlijke gezin;
* De Vrijdenkersbeweging (Vrijdenkers Jongerenorganisatie);
* Het Humanistisch Verbond en zijn rol daarin.
Beschrijving interview Piet Spigt deel 1
Audiobestand interview Piet Spigt deel 1
Interview in april 1981 van Piet Spigt deel 2
Onderwerpen:
* De J.P. van Praag-prijs die Spigt krijgt,
* Spigt zijn boek In Staat van Besef ;
* Spigt over Jaap van Praag
Beschrijving interview Piet Spigt deel 2
Audio-bestand interview Piet Spigt deel 2
Lezing 1987 Piet Spigt over Multatuli
Onderwerpen:
* Lezing over Multatuli ter gelegenheid van diens 100-jarige sterfdag in de Nieuwe Kerk in Amsterdam
Beschrijving lezing Piet Spigt
Audiobestand lezing Piet Spigt
Sjoerd Wieling heeft In 1987 Spigt uitgebreid geïnterviewd en datnauwgezet uitgetypt . Erg interessant, met allerlei details over vergaderingen van het Hoofdbestuur, Van Praag, de Vrijdenkers. De nodige (onderhuidse) conflicten bespreekt Spigt op vaak amusante wijze.
Aankondiging Leo Polak lezing 1951 waar Spigt een van de sprekers was.
Autodidact zonder hogere opleiding. Vrijdenker en na de oorlog ook humanist. Was zeer actief in de humanistische beweging met functies in diverse commissies en besturen.