‘Zingeving is een wezenlijk aspect van het menselijk bestaan’
Anna Talbot, tweedejaars masterstudent Humanistiek loopt stage als geestelijk verzorger bij het Centrum Ontmoeting in Levensvragen in Nijmegen.
“Geestelijk verzorger is van oudsher een religieus beroep. Vroeger in ziekenhuizen en gevangenissen was er altijd een pastoor met wie je kon praten over levensvragen. Maar steeds minder mensen zijn religieus. Nu zijn er mensen die dit werk doen vanuit een niet-religieus perspectief of vanuit een andere levensbeschouwing, zoals het humanisme. De taak van de geestelijk verzorger is in gesprek te gaan over levensvragen. Dat kan gaan over leven en dood, maar ook over identiteit, over vragen als: wat geeft mij zin? Hoe verhoud ik me tot de wereld?
Veel vrijheid
Ik loop sinds september vier dagen in de week stage, en ik heb de periode tot juni verlengd, zodat ik zoveel mogelijk kan leren. Ik spreek mensen individueel, en ik bezoek mensen thuis om zingevingsgesprekken met hen te voeren. Daarnaast voer ik ook groepsgesprekken. Samen met een collega heb ik zeven bijeenkomsten van een gespreksgroep geleid. Ik begeleid ook een vaste gespreksgroep filosofie met ouderen, en ik heb net een training gegeven over neurodivergentie.
Wat me het meest aanspreekt bij de stage is het contact met diverse doelgroepen. Veel van de vrijwilligers en mensen die ik spreek zijn ouderen. Toch bestaat een groot deel van de mensen waar ik twee wekelijks contact mee heb uit jongeren of mensen met een psychiatrisch label. De kans om met verschillende groepen te werken vind ik ontzettend leuk en waardevol. Het verraste me dat de gesprekken misschien wel verschillen van thema’s, maar dat de verschillen kleiner zijn dan de overeenkomsten.
Bij het voeren van zingevingsgesprekken heb ik veel vrijheid. Er is geen vast aantal gesprekken dat je gaat hebben met iemand. Je kan het contact zelf bepalen. Ik schrijf ook geen behandelplan zoals een psycholoog. Over het algemeen staat er een uur voor een gesprek. Dan gaan we in gesprek over de existentiële vragen en de levensvragen die mensen hebben. Daarin bied ik een vrijplaats, ik mag de gesprekken niet doorvertellen of opschrijven, vergelijkbaar met wanneer je met een priester praat.
Er zou meer aandacht voor zingeving mogen zijn. Ik denk dat het een wezenlijk aspect van het menselijk bestaan is. Zingeving wordt nu in de definitie van positieve gezondheid – een definitie die gebruikt wordt door veel ziekenhuizen – officieel meegerekend als een belangrijk deel van gezondheid. Maar in de samenleving zien we dit nog niet echt terug.
Aansluiting bij de master
“De stage sluit goed aan bij de vakken die ik heb gehad. Aan de ene kant zijn er vrij praktische vakken die wel wetenschappelijk onderbouwd zijn, bijvoorbeeld over hoe je gesprekken voert en welke theorieën er daarover zijn. Maar je volgt ook meer theoretisch georiënteerde vakken, zoals bijvoorbeeld Pursuing social justice. Dan denk je na je over sociale en maatschappelijke kwesties. Ook dat komt absoluut terug in de stage. Bijvoorbeeld als je met een cliënt praat die tot een bepaalde gemarginaliseerde groep behoort, is het relevant om er wetenschappelijk over nagedacht te hebben wat de consequenties daarvan zijn op een maatschappelijk vlak.
De stage is een voorproefje van hoe het is om een geestelijk verzorger te zijn. Het is een heel behulpzame manier om de abstracte stof van de master praktisch te maken, want het is lastig is om bijvoorbeeld je voor te stellen hoe het werkelijk is om elke dag zingevingsgesprekken met mensen te voeren. Dat is anders dan wanneer je het oefent met medestudenten die allemaal toch in een vergelijkbare situatie zitten als jij. Het werkveld wordt pas echt helder, denk ik, als je stage gaat lopen of als je gaat werken. Volgend jaar wil ik nog een tweede master doen en daarna hoop ik als geestelijk verzorger aan de slag te gaan.”