‘We hebben meer verbeelding nodig’
Universiteitshoogleraar Evelien Tonkens over de studiegroep Polarisatie en Verbinding waar zij leiding aan geeft:
“Polarisatie raakt verschillende UvH-thema’s zoals zingeving, rechtvaardigheid en verbinding. En het speelt op verschillende terreinen, van geestelijke verzorging en educatie tot en met sociaal werk en zorg. Het roept filosofische, historische en sociaal-wetenschappelijke vragen op. Dat maakt het tot een onderwerp bij uitstek om leerstoelgroep- en disciplineoverstijgend na te denken.
De studiegroep Polarisatie en Verbinding is in februari 2025 gestart en bevindt zich nu in een verkennende fase. De komende jaren zullen we lezingen, seminars en een conferentie organiseren, en ook het onderwijs aan de groep te verbinden. De studiegroep heeft leden van alle leerstoelgroepen en functies. Nieuwe leden zijn van harte welkom, mits ze actief willen bijdragen. Niet als extra taak, maar als ondersteuning en verrijking van je werk als onderzoeker en docent.”
Drie afstanden
“Er zijn twee soorten polarisatie, affectieve en ideologische. Het eerste gaat over vijandbeelden, wij-zij-denken, het tweede over mensen die inhoudelijk met elkaar botsen. De laatste tien jaar heeft affectieve polarisatie een vlucht genomen. Daarbij spelen sociale – of eigenlijk a-sociale – media een grote rol. Algoritmes werken polarisatie in de hand doordat ze op onze meest banale impulsen koersen en die uitbuiten met grove beelden, ruzie en gescheld. In de politiek wordt die vijandige stijl overgenomen. De discussie verhardt.
Daarnaast is ook ideologische polarisatie toegenomen. Er zijn drie grote maatschappelijke problemen die bijna iedereen wel erkent maar waar weinig aan gedaan wordt. Daaromheen is polarisatie ontstaan. Die drie problemen gaan allemaal over afstand. Het eerste is klimaatverandering en teruglopende biodiversiteit. Dit gaat over afstand in tijd: wat voor een wereld laten we achter voor toekomstige generaties? We moeten dringend anders gaan leven, zegt de ene partij, met onbetwiste feiten over klimaatopwarming in de hand. Maar de andere partij zegt: ‘We mogen ook niks meer. We willen wel blijven barbecueën. De technologie zal het wel oplossen.’
Een tweede probleem is sociale ongelijkheid. Veel groepen die de afgelopen decennia geëmancipeerd zijn door zich vooral aan te passen, lopen tegen grenzen aan. Machtsongelijkheid en discriminatie zijn gebleven. Ze eisen daarom echt gelijke rechten. Ze willen zich niet langer aanpassen maar de normen mee bepalen. Zo eist de LHBTIQ+-gemeenschap doorbreking van de indeling in twee seksen. Zwarte mensen eisen erkenning van hoe het koloniaal verleden doorwerkt in Zwarte Piet, die daarom weg moet. Dit gaat allemaal over sociale afstand: hoe verhouden we ons tot andere groepen? Hoeveel ruimte geven we aan mensen met claims op emancipatie, en hebben die claims gevolgen ook voor ons? Of houden we vast aan bestaande tradities en ‘onze cultuur’?
Een derde probleem is dat mensen in verre andere landen lijden onder uitbuiting, armoede, oorlogen en klimaatopwarming. Onze welvaart is mede gebaseerd op hun lijden. Dit gaat over ruimtelijke afstand: in hoeverre voelen we ons verantwoordelijk voor misstanden ver weg? Bijvoorbeeld voor uitbuiting en vervuiling in Bangladesh die ons goedkope kleding verschaft. Dan gaat de polarisatie over een eerlijke prijs betalen versus het idee dat ons leven al duur genoeg is. Polarisatie rond ruimtelijke afstand zie je op het moment in de omgang met de oorlog in Gaza en Oekraïne: is dat onze verantwoordelijkheid of moeten ze het daar zelf uitzoeken?”
Tegenstellingen overbruggen
“Als je polarisatie wilt doorbreken, moet je erkennen dat beide partijen een punt hebben. Ons leven vindt nu eenmaal hier en nu plaats, en het is best een inspanning is om ons te verplaatsen in anderen die sociaal, ruimtelijk of temporeel ver weg zijn. Toch is het noodzakelijk mensen te motiveren om deze te problemen te erkennen én tegelijk recht te doen aan de zorgen die ze hebben. De actiegroep Grootouders voor het klimaat is daar een mooi voorbeeld van. Ze zeggen: wij maken ons zorgen over later, maar dat doen we vanuit onze huidige betrokkenheid hier en nu. Op die manier leggen ze een relatie tussen nu en straks, en hier en daar.
De schrijver Jonathan Franzen vertelde ooit in een lezing dat hij een lange tijd milieuactivist was, maar het probleem uiteindelijk te groot en onhanteerbaar vond. Hij werd alleen maar steeds bozer en voelde zich steeds machtelozer. Uiteindelijk hield hij ermee op. Daarna ontwikkelde hij bij toeval een liefde voor vogels. Daardoor ging hij op een nieuwe manier naar milieuproblemen kijken. Hij ontdekte dat zijn geliefde vogels in moerassen in Zuid-Amerika overwinteren, en dat die moerassen bedreigd worden door vervuiling en klimaatverandering. Dat bedreigt ook zijn geliefde vogels. Om dat te voorkomen ging hij zich opnieuw inzetten voor milieubescherming.
Franzens voorbeeld laat zien hoe verantwoordelijkheid voor wat ver weg is verbonden kan worden met liefde voor wat dichtbij is. Door die verbinding kun je polarisatie tussen beide overbruggen. Ernstige feiten over klimaatproblematiek zijn er te over, maar raken veel mensen niet, of ze worden er alleen boos en machteloos van. Maar wat wel kan activeren zijn verhalen over wat je raakt in je eigen leven hier en nu en wat ver weg of pas in de toekomst plaatsvindt. In het nadenken over polarisatie zou je veel meer kunnen kijken hoe polarisatie te doorbreken met verhalen die mensen met elkaar delen en die afstanden overbruggen. We hebben meer verbeelding nodig, ook als wetenschappers.”
De Studiegroep Polarisatie en Verbinding is een initiatief van de Universiteit voor Humanistiek in samenwerking met het Humanistisch Verbond en Humanitas. Gesprekken met externe onderzoekers en andere organisaties zijn gaande.