‘Rituelen maken de kracht van samen iets doen duidelijk’
Volgens universitair docent Joanna Wojtkowiak hebben rituelen verbindende kracht.
“In mijn onderzoek kijk ik hoe nieuwe rituelen in onze samenleving ontstaan en hoe rituelen veranderen door de tijd heen. Soms duurt dit heel lang, zelfs eeuwen, soms gaat het snel en worden er nieuwe rituelen in het leven geroepen. Ik ben benieuwd naar het proces: hoe vindt die vernieuwing plaats? Ik onderzoek de ‘black box’ van ritueel herontwerp. Daarover is nog niet veel bekend. Rituelen zijn vaak emotioneel en intuïtief, en dat maakt het lastig om te onderzoeken hoe die precies werken. Dat vind ik uitdagend en het maakt mij nieuwsgierig om het onderzoek voort te zetten.
Rituelen zijn van alle tijden en culturen, en tegelijkertijd zijn ze cultuurspecifiek. Rituelen zitten diep geworteld in onze geschiedenis en cultuur en daarmee ook in ons lichaam. Ze laten zien waar levensbeschouwelijke groepen elkaar raken, en waar ze elkaar niet begrijpen. Wij kunnen het met elkaar eens worden over gemeenschappelijke waarden zoals liefde of respect. Maar hoe deze in de praktijk worden gebracht – daar gaan rituelen over, en dan wordt het heel concreet en soms ingewikkeld. Rituelen drukken ook uit wat mensen collectief van betekenis vinden: hoe gaan wij met elkaar om in het dagelijks leven? Hoe worden onze doden begraven? Hoe vieren wij belangrijke momenten en welke zijn dat dan?
Er zijn kenmerken die alle rituelen met elkaar delen: het is iets dat mensen met hun lichaam doen en dat afwijkt van het alledaagse, het schrijft bepaalde handelingen voor die op een bepaalde manier uitgevoerd moeten worden. Je ziet nieuwe rituelen vaak ontstaan bij protesten, denk bijvoorbeeld aan de bezetting van de A12. Ook dat is ritueel gedrag. Verschillende soorten herdenkingen zijn evenals ritueel, zoals de onthulling van het nieuwe slavernijmonument in Den Haag. Tijdens de coronapandemie ontstonden vrij spontaan nieuwe rituelen. Overigens kan een ritueel eenmalig zijn, het hoeft niet perse herhaald te worden.
Mijn onderzoek is altijd interdisciplinair. Verschillende perspectieven zijn nodig wanneer je onderzoek doet naar zo’n complex fenomeen. Rituelen kun je onderzoeken vanuit religiewetenschappen, of vanuit filosofie of psychologie. Een antropologische blik en onderzoeksmethoden zijn ook zeer geschikt om rituelen in kaart te brengen, om de fysieke en lichamelijke dimensie van rituelen te kunnen begrijpen. Ik probeer de inzichten uit deze disciplines samen te brengen om beter grip te krijgen op rituelen in onze plurale samenleving.
De rol van rituelen in de wereld van nu intrigeert mij. Er is in de huidige tijd en cultuur weinig dat mensen nog duurzaam met elkaar verbindt. Mensen willen zich niet langdurig committeren en zetten vooral zichzelf centraal, een mentaliteit die niet samengaat met klassieke rituelen, want daar gaat het niet om het ‘ik’. Tegelijkertijd hebben mensen behoefte aan verbinding en samenkomen, maar weten niet meer goed hoe ze dat moeten doen. Rituelen, grote en kleine, kunnen die leemte vullen. In de rituelen die wij met studenten ontwikkelen komen prachtige momenten van verbinding samen. Een goed voorbeeld daarvan is het ritueel dat studenten hebben ontwikkeld over dekolonisatie in de universiteit. Zij vetrokken vanuit de koloniale geschiedenis van het universiteitsgebouw. Als je de ruimte bewust meemaakt dan verbind je je letterlijk met het verleden en de geschiedenis van een gebouw. Rituelen maken de kracht van samen iets doen duidelijk.”