‘De master leert studenten een constructief-kritisch perspectief op burgerparticipatie’
Opleidingsdirecteur Caroline Suransky en kerndocent Pieter van Rees vertellen over de master Burgerschap en Kwaliteit van Samenleven.
Caroline: “Onderscheidend voor de master Burgerschap en Kwaliteit van Samenleven is dat de opleiding zich richt op burgerparticipatie en burgerschapseducatie. Anders dan bij andere sociaalwetenschappelijke opleidingen is ook dat we die onderwerpen vanuit een normatief kader benaderen. Daarbij gaan we uit van humanistische waarden, met als doel goed leven en samenleven binnen een plurale, democratische samenleving.”
Pieter: “Wij leren de studenten verschillende soorten vragen te stellen: theoretisch, empirisch, normatief en praktisch. Theoretisch gaat het ons om vragen als: wat is burgerschap? Wat is professionaliteit? Welke theorieën bestaan erover? Bij de empirische benadering horen weer vragen als: wat vertelt politicologie over besturen en participatie? Als derde component is er inderdaad het normatieve aspect. Bij elk onderwerp vragen we ons af welke waarden er spelen, hoe die met elkaar botsen en hoe ze beleid en praktijk sturen. Daarnaast stimuleren we studenten om hun eigen normatieve kaders te verhelderen en bereiden ze voor om ethische professionaliteit binnen organisaties te versterken.”
Zelf ervaren hoe burgerparticipatie werkt
Caroline: “In de opleiding kijken we ook hoe je burgers bij maatschappelijke vraagstukken kunt betrekken. Burgers spreken niet met één mond, er spelen altijd uiteenlopende belangen en perspectieven mee. In de opleiding leren studenten deze complexiteit te onderzoeken en te begrijpen, als basis voor hoe ze daar als toekomstig professional zorgvuldig en responsief mee om kunnen gaan. Hoe werkt het, wat kom je tegen als je werkt aan het verbeteren van de kwaliteit van samenleven? Welke verschillen zijn er, en welke verschillen kun je overbruggen?”
Pieter: “Studenten worden in de opleiding voorbereid om vanuit een wetenschappelijke basis problemen in de praktijk te analyseren en aan te pakken. Dat oefenen ze ook al tijdens de studie. Alle studenten lopen een stage bij een maatschappelijke organisatie. Ze onderzoeken in die specifieke context een bepaald probleem dat met burgerschap te maken heeft. Vervolgens ontwikkelen ze op basis van wetenschappelijke onderzoek een advies of ander product voor de stageorganisatie. Zo hebben we studenten die tijdens hun stage meelopen met wijkteams om te kijken hoe het werkt in de praktijk als je een burgerinitiatief wilt begeleiden. Er zijn ook studenten die scholen ondersteunen bij het vormgeven van hun burgerschapsonderwijs. Meeste studenten studeren af op een onderwerp dat te maken heeft met hun stageopdracht.”
Verschillende perspectieven
Caroline: “We vinden het belangrijk dat onze studenten samen een leergemeenschap vormen en met elkaar de diepte in gaan. Wat ze met elkaar verbindt is hun gedeelde interesse in de vormgeving van burgerschap in de samenleving. Bij ons ontwikkelen ze kennis en vaardigheden om bestaande initiatieven onderbouwd en kritisch te benaderen, maar worden ze ook gestimuleerd om actief na te denken over alternatieve mogelijkheden voor burgerbetrokkenheid in een inclusieve en rechtvaardige samenleving”.
Pieter: “Sommige studenten hebben een achtergrond in de humanistiek, sociale wetenschappen of filosofie, maar we hebben ook studenten gehad die eerst kunstacademie hebben gedaan, of rechten. Die verschillende achtergronden hebben een voordeel in de klas, want zo brengt iedereen hun eigen expertise in en kunnen we van elkaar leren. Je ziet de diversiteit rondom een gezamenlijke kern ook aan de onderwerpen van hun scripties.
Zo studeert iemand dit jaar af op een kritische analyse van neoliberaal taalgebruik in de politiek, een ander op hoe docenten samenwerken aan inclusief onderwijs en weer drie anderen op de omgang van Utrechtse ambtenaren met representatieve en participatieve democratie. De studenten gaan na wat de ambtenaren zelf denken over de praktijk van burgerparticipatie, en hoe dat zich verhoudt tot andere vormen van democratie. Drie verschillende onderwerpen en drie verschillende methoden, maar wel allemaal aan de hand van kernbegrippen uit de opleiding.”
Caroline: “Het zijn onderwerpen die leven in de samenleving. Aan de ene kant gaat het om een oproep tot meer burgerparticipatie, aan de andere kant is er in de samenleving ook argwaan ten opzichte van autoriteit en overheden. Dat is een spanningsveld dat doorwerkt in burgerparticipatie en burgerschapseducatie. Onze taak is te onderzoeken wat nodig is voor meer vertrouwen in politieke instituties. Ook in het onderwijs worden deze spanningen zichtbaar: burgerschapseducatie biedt een belangrijke ingang om die samen met studenten te onderzoeken en na te denken over manieren om democratisch vertrouwen en betrokkenheid te versterken.”