Studiekosten en studiefinanciering
Als je een bachelor- of een masteropleiding volgt, kun je studiefinanciering aanvragen. Kosten voor je studie bestaan uit het collegegeld en andere studiekosten zoals boeken / literatuur, en overige studiematerialen waaronder een pc/laptop.
Studiefinanciering
Studiefinanciering is een maandelijkse tegemoetkoming van de overheid in je studiekosten en de kosten van je levensonderhoud. Studiefinanciering bestaat uit een basisbeurs, het studentenreisproduct (OV-chipkaart), en een eventueel aanvullende beurs. Daarnaast kun je een lening en een collegegeldkrediet aanvragen. Als je binnen tien jaar je diploma behaalt, zijn de basisbeurs, aanvullende beurs en het studentenreisproduct een gift. De lening en het collegegeldkrediet moet je na je opleiding altijd terugbetalen met rente.
Met de rekenhulp Studiefinanciering kun je zelf bereken hoeveel studiefinanciering je kunt krijgen. De studiefinanciering moet je zelf aanvragen bij DUO.
Collegegeldtarieven
Voor de bachelor- en masteropleidingen zijn er twee collegegeldtarieven. Voor het jaar 2025-2026 zijn dat:
- Wettelijk collegegeld € 2.601
- Instellingscollegegeld € 9.512
Je betaalt het wettelijk tarief als je:
- een EU/EER, Zwitserse of Surinaamse nationaliteit hebt
én - nog niet eerder een aan jouw opleiding gelijk gestelde graad in het Nederlands Hoger Onderwijs hebt behaald:
- voor de bachelor: een hbo (bachelor) diploma of een wo (universitair) bachelordiploma
- Voor de masters: een hbo masterdiploma, een wo (universitair) masterdiploma, of het afsluitend examen van een ongedeelde wo-diploma (bijvoorbeeld doctoraalopleiding)
Je betaalt het instellingstarief als je:
- géén EU/EER, Zwitserse of Surinaamse nationaliteit hebt
óf - al eerder een aan jouw opleiding gelijk gestelde graad in het Nederlands Hoger Onderwijs hebt behaald
Als gelijk gestelde graad geldt:
Voor een bachelor:
- een hbo bachelordiploma
- een wo (universitair) bachelordiploma
- een hbo einddiploma
- het afsluitend examen van een ongedeelde wo-diploma (bijvoorbeeld doctoraalopleiding)
Voor een master:
- een hbo masterdiploma
- een wo (universitair) masterdiploma
- het afsluitend examen van een ongedeelde wo-diploma (bijvoorbeeld doctoraalopleiding)
Uitzondering: tweede opleiding gestart voor afronding eerste
Ben je met een tweede bachelor- of masteropleiding begonnen voordat je de eerste had afgerond (er is tenminste een maand overlap geweest in inschrijving)? Dan betaal je na afronding van één opleiding voor de andere opleiding het wettelijk tarief, míts je hiervoor ononderbroken ingeschreven blijft. Bij tussentijdse uitschrijving komt deze uitzondering te vervallen.
Betaling
Vanaf mei kun je een machtiging in Studielink afgeven. Bij betaalgegevens geef je aan wie het collegegeld betaalt (jijzelf of bijvoorbeeld een ouder/voogd), en of je het collegegeld in 1 keer of in 10 termijnen betaalt. Voor de betaling in termijnen geldt een toeslag van € 24 administratiekosten. De rekeninghouder vult de betaalgegevens in en bevestigt de machtiging. Bekijk de Machtigingsvoorwaarden [link]
Tweede studie
Studenten die aan een andere instelling voor hoger onderwijs studeren en daar het wettelijk voltijd collegegeld betalen kunnen zich kosteloos aan de UvH inschrijven. Je geeft in Studielink aan dat je bij aan andere instelling betaalt. Let op: dit geldt niet voor studenten die het instellingscollegegeld zijn verschuldigd bij een of beide opleidingen.
Restitutie bij tussentijdse uitschrijving
Wanneer je gedurende het collegejaar wilt stoppen met je opleiding kun je je uitschrijven en heb je in principe recht op restitutie van je collegegeld voor de maanden dat je niet bent ingeschreven.
Studiekosten
Naast het collegegeld ben je jaarlijks ongeveer € 500 kwijt aan studiemateriaal als werkboeken, readers en studieboeken. Houd daarnaast ook rekening met de aanschaf van een laptop.
Contractonderwijs
De kosten voor een los vak op basis van contractonderwijs zijn € 925 per 7,5 EC.
Verantwoording collegegeld
Wettelijk collegegeld
Het wettelijk collegegeld voltijd voor bachelor- en masteropleidingen is door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vastgesteld.
Premastervergoeding
De vergoeding voor het premasterprogramma is vastgesteld conform artikel 7.57i van de WHW als een proportioneel deel van het wettelijk collegegeld naar rato van de omvang van het te volgen programma. Bij een omvang van 30 EC: 30/60 deel van het wettelijk voltijd collegegeld.
Instellingscollegegeld
De hoogte van het instellingscollegegeld is als volgt bepaald:
Voor studenten die het instellingscollegegeld verschuldigd zijn ontvangt de universiteit geen bijdrage van de overheid. De UvH vraagt van hen in principe een kostendekkend collegegeld. Het uitgangspunt hierbij is de totale bijdrage die de UvH ontvangt per student die wel door de overheid bekostigd is. Maar de UvH vindt ook dat het bedrag niet substantieel hoger mag zijn dan andere (soortgelijke) opleidingen. Bovendien moet het bedrag nog wel op te brengen zijn voor de student.
Bij de invoering van het instellingscollegegeld is deze vastgesteld als een middeling tussen een berekening gebaseerd op overheidsbijdrage en een benchmark met andere opleidingen. Het instellingscollegegeld wordt jaarlijks verhoogd naar rato van de jaarlijkse algemene prijsstijging.
Verdere informatie over het collegegeld vind je op de pagina van de Rijksoverheid.