Kwaliteitstoets UvH-opleidingen zeer positief
De bachelor- en de drie masteropleidingen van de Universiteit voor Humanistiek zijn van hoge kwaliteit en kenmerken zich door academische diepgang gecombineerd met competenties die goed aansluiten op de arbeidsmarkt. Dat is de kern van het rapport van de onafhankelijke onderwijsvisitatie die eens in de zes jaar plaatsvindt.
De visitatie, uitgevoerd volgens het beoordelingskader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), levert een helder beeld op van de kracht van de UvH-opleidingen en van de UvH als universiteit.
Directeur Onderwijs Doret de Ruyter: “De Universiteit voor Humanistiek heeft als doel studenten op te leiden tot academisch en persoonlijk gevormde professionals die willen bijdragen aan een menswaardig bestaan voor iedereen. Om dat doel zo goed mogelijk te realiseren streven wij ernaar dat studeren en lesgeven betekenisvolle en zingevende activiteiten zijn. De onafhankelijke commissie is nagegaan of we dat streven ook waarmaken, en daarin blijken we te slagen. Wij zijn dan ook bijzonder gelukkig met het positieve oordeel van de visitatiecommissie.”
Academische diepgang en maatschappelijke relevantie
Zo onderscheiden afgestudeerden van de interdisciplinaire bachelor Humanistiek zich ‘door hun brede academische kennis, kennis op levensbeschouwelijk gebied, onderzoeksvaardigheden en beroepsgerichte competenties’. Studenten verrichten ‘zelfstandig en kritisch onderzoek, met een stevige academische basis en maatschappelijke relevantie’. Kenmerkend voor de leeromgeving zijn activerende werkvormen en ‘een inclusieve, kleinschalige setting waarin studenten veel persoonlijke aandacht ervaren’. Dat alles draagt er ook toe bij dat ‘persoonlijke vorming en academische vaardigheden in samenhang tot ontwikkeling komen’.
Uniek profiel en breed inzetbare professionals
De master Humanistiek heeft ‘een uniek profiel en leidt studenten op binnen het brede vak- en taakgebied van geestelijke verzorging in maatschappelijke context – dat zich richt op begeleiding, advisering en beleidsvorming, training en onderzoek.’ Na hun opleiding hebben zij inzicht in de manier waarop individuele zingevingsvraagstukken met de inrichting van organisaties en de samenleving verweven zijn. ‘Het panel is positief over de brede inzetbaarheid en de sterke verbinding tussen academische vorming en beroepspraktijk’.
Verrijkend en nieuwe perspectieven
De afgestudeerden van de master Zorgethiek en Beleid ‘onderscheiden zich door hun vermogen om op academisch niveau om te gaan met ethische en filosofische vragen in zorg- en welzijnspraktijken en zelfstandig praktijkgericht onderzoek uit te voeren, toe te passen en over te brengen.’ Het panel ziet dat studenten trots zijn op hun titel als ‘zorgethicus’ Zij ervaren de opleiding als verrijkend en geven aan nieuwe perspectieven te hebben ontwikkeld die in andere opleidingen minder aan bod komen.
Relevant en betekenisvol
De master Burgerschap en Kwaliteit van Samenleven combineert de academische vorming van studenten met ‘ een sterke verbinding met de praktijk via stages, gastcolleges en samenwerking met maatschappelijke organisaties.’ Studenten ervaren de opleiding als relevant en betekenisvol omdat zij actuele maatschappelijke vraagstukken kunnen verbinden met hun eigen professionele context.’ Ook de brede beroepsmogelijkheden, uiteenlopend van publieke dienstverlening en belangenorganisaties tot onderwijs en overheid, worden door de studenten gewaardeerd.
Sfeer en gemeenschapsgevoel
In hun oordeel over de voorzieningen merkt het visitatiepanel op dat het historische gebouw waarin de UvH gevestigd is zijn uitdagingen heeft in onderhoud, klimaatbeheersing en toegankelijkheid, maar tegelijkertijd ziet het panel de waarde ervan in termen van sfeer en gemeenschapsgevoel. Het contact tussen studenten en docenten is laagdrempelig, en zowel studenten als docenten voelen zich gehoord.
Het panel oordeelt tot slot dat de universiteit over een gedegen kwaliteitszorgbeleid beschikt. Het beleid sluit goed op de onderwijsvisie, wordt breed gedragen, en is voorzien van een duidelijke verbetercyclus, kritische zelfreflectie en actieve betrokkenheid van de opleidingscommissie, examencommissie en universiteitsraad. De kleinschaligheid en informaliteit dragen bovendien aantoonbaar bij aan een open kwaliteitscultuur.